Twee jaar geleden schreef ik
een stukje op mijn blog over Fenna, het kleintje van Marco en Rianne. Ik bracht haar naar bed en terwijl ik haar in slaap zag vallen, spookte er vanalles door mijn hoofd, gedachten die veel indruk op me hebben gemaakt. Wat me vooral bezighield was de gedachten dat het leven van de kleine Fenna nog zo heerlijk eenvoudig en zorgeloos was, en het feit dat er niemand is die er voor kan zorgen dat dat altijd zo zal blijven.
Vandaag had ik een soortgelijke ervaring. Iris, eveneens van Marco en Rianne (alsof je ze zo bij de supermarkt kunt halen) is nog maar tien maanden oud, maar inmiddels ook alweer een heel bijzonder mensje (een bijzonder groot mensje ook vooral, ze geven haar Pokon). Iris heeft een griepje, en snottert, hoest en proest er flink op los. Superzielig is dat altijd, want na een flinke hoestbui moet ze huilen van de pijn, iets dat je je als volwassene kunt voorstellen, want je weet hoeveel pijn een zere keel kan doen. Schrale troost: we hebben het allemaal moeten doorstaan toen we klein waren, het hoort er nu eenmaal bij.
Ik bracht haar naar bed vandaag, maar de kleine dame wilde niet echt slapen, ook al viel de vermoeidheid overduidelijk uit haar ogen te lezen. In plaats daarvan vond ze het veel leuker om te rommelen in haar bed, de spijlen vast te pakken en zich vervolgens omhoog te trekken; over de berand gluren is veel interessanter dan tussen de spijlen door. Maarja, wie staat die valt en Iris kukelde dan ook regelmatig haar bedje in en niet altijd even zacht. Snikken, maar snel weer vergeten en opnieuw proberen, vallen en opstaan noemen ze dat. Ik bekeek het van een afstandje en herkende het gevoel van twee jaar terug. Wat is haar leventje toch heerlijk simpel. Je valt, je doet je zeer, soms meer dan anders, maar je klautert weer omhoog en doet het opnieuw, net zolang totdat je goed leert staan óf zacht leert vallen.
Jaloers was ik op de eenvoud van haar leven. Dat wordt later zoveel ingewikkelder. Ik denk aan de afgelopen paar maanden en hoe zwaar die zijn geweest. Het abnormale tempo waarmee mijn klanten zijn gaan bezuinigen, waardoor ik in tijd van een maand al mijn klussen kwijtraakte, iedereen heb moeten ontslaan, mijn kantoor heb moeten verlaten, een baan moeten zoeken en zelfs dán nog niet genoeg verdienen om uberhaupt de basislasten maar te dekken. ook niet als Martine fulltime zou gaan werken. Mijn pand raak ik aan de straatstenen niet kwijt, er dienen zich nauwelijks nieuwe klussen aan, en de toekomst is onzekerder dan ooit. De meeste dagen voel ik me echter bevrijd en beter dan ooit, maar soms, als ik de lasten en baten tegenover elkaar zet, weet ik niet zo goed meer wat te doen. De economie wordt de komende tijd alleen maar moeilijker en als ik nog een klus kwijtraak houdt het echt op, dan gaan we failliet. Daar komt bij dat ik de energie om te knokken op het moment volledig kwijt lijk te zijn, omdat het geen zin meer lijkt te hebben.
En dan kijk ik naar Iris, die voor de zoveelste keer op haar billen valt, omhoog klimt en het opnieuw probeert. Dan denk ik: "Wat heb je het nu toch makkelijk, jouw leven telt maar één wet, als je valt, moet je opstaan. Later, later wordt alles veel ingewikkelder." Ik ben er nog een half uurtje blijven zitten, kijken naar het tafereeltje en het staaltje microproblematiek voor mijn neus. Ineens drong er iets tot me door. Ingewikkelder? Hoezo dan? In principe is alles een kwestie van vallen en opstaan. De enige complicatie die erbij komt als je ouder wordt is zelfmedelijden. Natuurlijk mag ik balen van wat er is gebeurd en natuurlijk mag ik soms even niet meer weten hoe ik verder moet. Ik ben gevallen, heel hard, en ik heb me zeer gedaan. Dan mag ik soms best een beetje huilen. Ik moet echter één gedachte vasthouden, en dat is dat het daarna weer tijd is om op te staan. Als je blijft zitten, kijk je ook nooit over de rand van je bed en kun je net zo goed maar gaan slapen.
Iris had geen zin om te slapen, en ik heb geen zin om te slapen! Economie moeilijk? Natuurlijk, maar ik ben niet de eerste de beste en ik vind wel een manier om dit te omzeilen en weer over mijn bedrand te gluren. De wereld is en blijft zo simpel als de wereld van een kind van tien maanden en die complexiteit die hoort bij ouder woorden, die introduceer je zelf. Tijd om te knokken, I'm back!