Ik las vanmiddag dat Kick Stokhuyzen is overleden. Misschien heb je geen idee wie dat is, ik had dat tot vanmiddag eigenlijk ook niet. Het artikel greep echter mijn aandacht omdat er een foto bij stond met daarop een man die ik kortgeleden op omroep Max had gezien. De TV Comeback heette dat en het was een samenzijn van oudjes die ooit iets op tv betekend hadden. Met Fred Oster als presentator, wist ik alwetend. Alleen was het niet Fred Oster, maar Kick Stockhuyzen.
Ik heb tegenwoordig iets meer tijd om handen, dus ik klikte de link naar de uitzending op de site van Max aan (ironisch eigenlijk, een omroep voor oudjes die wél begrijpt hoe internet werkt, in tegenstelling tot de rest van het publieke bestel). Ik heb de hele uitzending in één adem uitgekeken. Ik kende Kick Stokhuyzen niet, maar het werd me al snel duidelijk dat het niet zomaar één van de presentatoren van vroeger was, maar een heus kijkcijferkanon, al bestond die term toen nog niet. Vooral de opening van het programma greep me. Die man kwam na dertig, zo niet veertig jaar van de showtrap en genoot daar zo van dat hij het doodleuk nog een keertje deed.
Het deed me ontzettend veel. Niet zozeer omdat de beste man er niet meer is, maar meer omdat hij heel gelukkig oud geworden leek. Soms lijken dingen in het leven er niet toe te doen. Ik kan me zo voorstellen dat hij na zijn laatste programma mooie dingen heeft meegemaakt, maar ook een hele hoop ellendige. Mensen verloren, tegenslagen, nadelen van ouder worden. Maar hij stond daar weer op zijn oude plekje voor de camera en het leek er niet meer toe te doen, zo gelukkig keek hij uit z'n ogen en zo gelukkig sprak hij over de dingen die hij heeft gedaan en meegemaakt.
Het greep me vooral omdat ik vorige week weer een ouderwetse nacht had. Ik heb inmiddels wel geleerd om niet meer zoveel te piekeren over dingen die buiten mijn macht liggen (één van de redenen dat ik zoveel werk). Maar soms, heel soms verval ik nog wel eens in een oude gewoonte. Dan lig ik wakker, kijk ik naar Martine en dan realiseer ik me dat we nog best jong zijn. Maar ook dat we niet eeuwig jong zijn. Dat de tijd snel gaat. Dat alles om ons heen zo snel gaat. Dat er nog zoveel is dat ik moet doen. Maar vooral dat de jaren zo snel tellen, iets dat nu nog absoluut niet geeft, want ik ben nog niet oud, maar er komt een dag waarop ik dat niet meer kan zeggen. En dan is het een stroomversnelling, ik wil niet oud worden, nu niet nooit niet, ik wil niet minder kunnen, minder kansen krijgen, steeds meer mensen om me heen verliezen, spijt hebben van dingen die ik heb gedaan, niet heb gedaan. Ik wil het niet ik wil het niet, en toch kan ik het niet remmen en wordt het ook voor mij ooit realiteit. Ik raak dan zo in paniek dat het zweet me uitbreekt en de lucht mijn longen volledig verlaat. Tot ik mezelf eindelijk tot rust kan manen en in slaap val.
Dat was vroeger aan de orde van de dag. Tegenwoordig niet meer, maar blijkbaar nog wel af en toe. En toen las ik het artikel over Kick Stokhuyzen. Ik las het artikel, ik keek zijn show. Daar stond echt een gelukkig man, in ieder geval een man met een rijk leven. Ik zag daar niet een man staan die weinig kon, maar een man die ontzettend veel had gedaan. Niet een man die veel mensen heeft verloren, maar een man die ontzettend veel mensen heeft liefgehad en veel mensen heeft gekend die hem liefhadden. Natuurlijk is het egoïstisch om het verhaal van deze man te gebruken voor mijn eigen gemoedsrust, er zijn immers mensen die sinds gisteren intens verdrietig zijn. Maar die gemoedsrust is een feit en ik vind het bijzonder.
Ik las vanmiddag dat Kick Stokhuyzen is overleden. Misschien heb je geen idee wie dat is, ik had dat tot vanmiddag eigenlijk ook niet. Maar ik ben blij dat het niet Fred Oster was.
Categories:
Post a Comment