Ik zou willen dat het een titel was die ik zelf had bedacht, maar het is de titel van een prachtig liedje van Stef Bos. Nouja de tekst is dan prachtig, want ik vind nog steeds dat Stef Bos zingt als Bob Ross die z’n borsthaar laat epileren.
Een hele simpele zin, maar wat zit er een verhaal achter. Ik vroeg het me vanavond weer eens af na een gesprek met een oude bekende. Ze vond me veranderd, iets dat ik kon beamen. Ik ben niet meer dezelfde als vijf jaar geleden (wie wel) en daar ben ik dankbaar voor. De laatste jaren heb ik ineens heel sterk het gevoel dat ik weet wat ik kan en wat ik wil en dat ik doe waar ik goed in ben. Dat heeft me rust gegeven. Natuurlijk haalt dat ook de uitdaging weg in de dingen die ik doe, maar voor nu vind ik het fijn. De rust van jezelf zijn.
Maar is dit hem dan? Is dit de Martin die ik had moeten zijn en altijd op weg was te worden? Toen ik 8 was liep ik over een pad naar school en besloot dat later, als ik een man was, dan zou ik dit pad nogmaals bewandelen, terugdenkend aan deze dag, een brug in gedachten slaan tussen twee perioden in mijn leven. Is die periode aangebroken? Als dat zo is, dan weet ik niet of ik daar blij mee ben, want er is nog veel meer dat ik wil doen, veel meer dat ik wil zijn. Iemand die niet zoveel piekert, die leert te genieten van wat hij heeft en niet te balen wat wat hij had willen hebben en wat misschien nooit meer komt.
Is dit nu later als je groot bent? Zijn de herinneringen die ik koester aan dat ene leuke sinterklaasliedje in Kinderen voor Kinderen, aan Bassie en Adriaan (verrek, de robot heet Robin!), aan Masters of the Universe, Spanning in Slagharen, aan Captain Planet en de ViewMaster, zijn dat nou mijn ‘vroeger toen alles beter was’ momenten? Ik vraag het me regelmatig af. Ik ben pas 32, en tegenwoordig begint het leven geloof ik bij vijftig, dat is geruststellend.
Ik weet nog goed dat ik op mijn 18e de laatste gang maakte met mijn klasgenoten naar de Mediatheek op school, me volledig bewust (te bewust) dat dit het einde was van een tijdperk. In slow-motion met muziek, want zo werkt mijn hoofd. Ik weet nog precies mijn gedachten, me bewust van het feit dat er een leven op me wachtte vol onverwachte gebeurtenissen die mijn visie op alles volledig zou veranderen, zou doen rijpen. Ik kon dat moeilijk verkroppen: weten dat je nog niets weet, dat je nog een groentje bent en niets anders kunnen doen dan wachten tot de jaren, het geluk en het leed die kennis bij je komen brengen.
Stiekem mis ik hem nog wel eens, oude ik. Oude ik die meningen had. Die vond dat het feit dat ergens een handleiding voor bestond, niet betekende dat het ook daadwerkelijk zo moest zijn. Immers de handleiding was ook door iemand geschreven. Die vond dat je altijd moest zeggen waar het op staat, ook al kostte je dat je leuke baan bij Veronica. Het was een maf mannetje. Ik weet het niet, is dit nu later als je groot bent? Ben ik over vijf jaar totaal iemand anders en kijk ik dan lachend terug op alles dat ik nu dacht te weten?
De tijd zal het wederom leren. Voorlopig zie ik mezelf nog niet op dat pad lopen, al realiseer ik me telkens wanneer Robin me vol bewondering aankijkt, dat ik geen jongetje meer ben. Misschien is groot zijn dan niet iets dat je voelt, maar iets dat men in je ziet. In dat geval mag het vandaag zijn. Voor Robin.
Dit is het dan, 'later als je groot bent', maar gelukkig duurt dat 'groot zijn' nog heel lang ;-)